Pastoor Jozef Anna Van Baelen werd geboren te Geel op 1 januari 1884. Hij was onderpastoor in Peutie en in Herentals.
Op maandag 27 mei 1935 werd hij aangesteld tot pastoor van Kampenhout. De parochianen en de onderpastoor Karel Jozef Van Geel hadden de inhaling tot in de puntjes voorbereid. Een praalstoet van wel 41 groepen stond hem op te wachten in Ruisbeek. Ruiters met postiljons en gendarmen te paard openden de stoet. Schoolkinderen, de Sint-Sebastiaansgilde, de fanfare, de duivenmaatschappij, de veloclub en de reus van Kampenhout volgden. Alle verenigingen, van BJB tot Oudstrijdersbond, waren vertegenwoordigd. Het thema van de stoet luidde: de Heerlijkheid van Ruisbeek. Verschillende groepen beeldden de geschiedenis uit van het hof van Ruisbeek, dat in de 16de eeuw onder de graaf van Fürstenberg was uitgegroeid tot een prachtig kasteel met lusthoven en vijvers. Rond 1650 werd het door het huwelijk van François Henri de Fourneau de Cruquenbourg en Isabelle van Berchem verenigd met Wilder.
De stoet regende uit, maar de organisatoren waren in hun opzet geslaagd. Pastoor Van Baelen had uitgebreid kennisgemaakt met de rijke geschiedenis en het al even rijke verenigingsleven van Kampenhout.
Uit "Geschiedenis Onze-Lieve Vrouwparochie federatie Kampenhout - parochiegids 2004"
Indien bovenstaande niet goed leesbaar is vind je de uitgeschreven tekst van de affiche hieronder.
Verklaringen bij de Historische Groepen van den stoet
Heerlijkheid van Ruisbeek onder Campenhout
Hiermede doen we een poging om een gedeelte van de geschiedenis der heerlijkheid Ruisbeek onder Kampenhout in beeld te brengen. Om een beter begrijpen van de verschillende groepen mogelijk te maken laten we hier een woordje historischen uitleg volgen.
- De groep wordt geopend door een heraut in kleederdracht van het begin der 14e eeuw.
- Dan volgen Willem en Wouter van den Oudenhoven met de gemalin van dezen laatste.
Deze twee heeren worden in 1319 aangegeven als bezitters van het hof te Roesbeke.
- Dit hof kwam in 't bezit van de familie Van der Noot. Deze groep stelt voor Jan Van der Noot met zijn gemalin Margareta Hinckaert, (afstammelinge van de beroemde heeren van Berg) die omstreeks 1540 het hof en duifhuis te Ruisbeek aanzienlijk lieten verfraaien. Dit hof bestaat nu nog gedeeltelijk en is gekend onder de benaming Coosemans pachthof.
- Zij verkochten op het einde der 16e eeuw dit goed aan de heer graaf van Fürstenberg, dien we aantreffen in deze groep met zijn gemalin Margareta de Croy. Nu was het hof te Ruisbeek reeds uitgegroeid tot een prachtig Kasteel met hovingen en vijvers. Het was gestaan links van de beek en strekte zich uit tot Rood-Klooster en Kampenhout-Statie.
- In groep 5 hebben we Philip Lambrechts met zijn gemalin en zoon. Philip Lambrechts werd in 1626 de eerste heer van Kampenhout, t.t.z. dat hij het recht verkreeg alle belasting te innen en uitspraken te vellen in processen; zelfs mocht hij de doodstraf uitspreken.
Hij bleef heer van Kampenhout tot 1636 en werd ook heer van Nederokkerzeel. De zoon is de dichter van een gekend poëem "Vlaemsche Vredevreucht" gedicht ter gelegenheid van den vrede te Munster 1648.
- In deze groep hebben we willen in beeld brengen het vertrek in 1652 van de grafelijke familie de Fourneau de Cruquenbourg die de heeren van Ruisbeek en Kampenhout geworden waren, om de kapel in te wijden die nu staat in de dreef van Wilder.
De heer François Henri de Fourneau de Cruquenbourg was gehuwd met Isabella van Berchem (Beyssem) vrouwe van Wilder die omstreeks 1650, na het afsterven van haar moeder in het besit trad van haar erfgoed het Kasteel van Wilder.
Deze wijding, was één der feestelijkheden op touw gezet om de vereeniging te vieren van de beide Kasteelen van Ruisbeek en Wilder, die van toen af door een dreef verbonden werden.
De groep opent met een heraaut dragende het wapenschild der grafelijke familie. Dit schild werd later het gemeentezegel van Kampenhout, want de heerlijkheid Kampenhout bleef tot aan de Fransche Revolutie in het bezit der familie de Cruquenbourg.
Dan hebben wij de kleuren van Kampenhout.
Graaf de Fourneau de Cruquenbourg, heer van Kampenhout, Ruisbeek, Wilder, S.Ulrick-Kapelle, enz. en zijn gemalin Isabella van Berchem (Beyssem) vrouwe van Wilder.
Volgen hun drie dochters:
Eerw. Heer Theodore de Fourneau broeder van voorgaande, Kanunnik v.d. orde St. Servatius tot Maastricht.
Eerw. Heer landdeken, magister in de Godgeleerdheid.
De kapelaan gehecht aan 't Kasteel.
Koorknapen.
Edele heeren en damen, uitgenoodigden uit den omtrek.
De meier en zijn gemalin (De meier trad op als plaatsvervanger van minder belang, en werd door hem benoemd.
Een schepen (helper v.d. meier).
Inwoners, mannen en vrouwen die zich naar de wijding begeven.
Dan volgt de gilde van St.-Sebastiaan, waarvan de graven de Cruquenbourg, steeds hoofdmannen geweest zijn. De breuk draagt het jaartal 1632 en werd ook ter gelegenheid van hoogergenoemde feesten geschonken.
-------
Albrecht en Isabella
De groep van Albrecht en Isabella is een verbeelding van den welstand die in ons land heerschte gedurende de regeering van deze vorsten. Schildknapen te peerd openen de groep Albrecht en Isabella gevolgt door verschillende hovelingen, zijn omringd van vier vrouwen verbeeldende de muziek - schilder - dicht en beeldhouwkunst, die bijzonder door deze vorsten beschermd werden. Eenige hoogeplaatste personnages uit dien tijd sluiten de stoet.